Activiteiten

Verslag van de 26e Dag van de Nederlandse Kerkgeschiedenis 2014

Terug naar actuele activiteit   

11 oktober 2014

Onder de titel Van de grote naar de kleine Sint-Jan. Vijfentwintig jaar kerkgeschiedenis in Nederland en Gouda vierde de Vereniging voor Nederlandse Kerkgeschiedenis op zaterdag 11 oktober 2014 haar vijfde lustrum. De plaats van samenkomst was voornamelijk in de Oudkatholieke kleine Sint-Jan.

Geheel in stijl met activiteiten zoals die de afgelopen 25 jaar georganiseerd werden, werd met 133 deelnemers teruggekeken op een kwart eeuw beoefening van de Nederlandse kerk- en religiegeschiedenis. Maar de bijeenkomst stond niet alleen in het teken van terugblikken, ook wensen voor de toekomst kwamen regelmatig voor het voetlicht.

Het ochtend programma werd begonnen met koffie en thee met een Goudse stroopwafel en het welkom door de voorzitter, prof. dr. Jan Jacobs.

Prof. dr. Willem Frijhoff, emeritus hoogleraar Nieuwe Geschiedenis aan de Vrije Universiteit, hield een lezing onder de titel ‘Lang leve de kerkgeschiedenis!?’

Frijhoff koos voor een betoog , waarin op een even milde als kritische manier kerkgeschiedenis benaderd werd. De in TNK te publiceren lezing was een verhaal om te horen, het woord stond centraal en daarom was er ook geen powerpoint bij. Aan het breedgemêleerde publiek werden enige verworvenheden in deze discipline gepresenteerd, waaronder de oecumenische geschiedbeoefening alsook het overstijgen van strijden en tegenstellingen. Al gaandeweg werden opmerkingen gemaakt bij de titel van de lezing, die ook al aangekondigd was met uitroepteken én vraagteken. Het uitroepteken stond ondermeer voor de vreugde dát het vak bestaat en zinvol is. Het vraagteken voor onder andere de gedachte dat kerkgeschiedenis één van de manieren is van het omgaan met het religieuze verleden, maar ook dat de kerkgeschiedenis zichzelf onder discussie dient te blijven stellen.

Eén van de eindquotes was dat het in dit vak belangrijk is om in de toekomst kerkgeschiedenis en religiegeschiedenis op verantwoorde wijze met elkaar te verbinden.

De secretaris van de vereniging, drs. Christiaan Ravensbergen, verzorgde vervolgens de presentatie en aanbieding van de jubileumbundel Terug naar Gouda. Religieus leven in de maalstroom van de tijd. Paul H.A.M. Abels, Jan Jacobs en Mirjam van Veen, vormden de redactie van deze 15 bijdragen tellende uitgave. Het intrigerende uitgangspunt van deze bundel is de vraag wat de Nederlandse kerkgeschiedenis, en die van Gouda in het bijzonder, wijzer is geworden van alle studies van de afgelopen kwart eeuw.

De eerste exemplaren van deze bij Uitgeverij Meinema verschenen bundel werden aangeboden aan >de voorzitter van de Historische Vereniging die Goude, mr. Gerard van Ham en aan de burgemeester van Gouda, dr. Milo Schoenmaker.

Vervolgens werd dr. Paul Abels, een van de oprichters van onze vereniging en redacteur van het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis (alsook van Tidinge van die Goude), door de burgermeester namens Koning Willem-Alexander gedecoreerd als ridder in de Orde van Oranje Nassau. De aanvraag daartoe was geïnitieerd door het VNK-bestuur.

Daarna herpakte dr. Paul Abels, die naar eigen zeggen stupéfait was, zich om zijn bijdrage te houden: ‘De Goudse kerkgeschiedenis: afwijkingen van het landelijke normbeeld’. In zijn bijdrage illustreerde hij dat “dé” Nederlandse kerkgeschiedenis niet bestaat; per regio zijn aanzienlijke verschillen. Met voorbeelden in de powerpoint-presentatie werd - in beeld - duidelijk hoe en waar Gouda afweek van het zogenaamde normbeeld in de Nederlandse kerkgeschiedenis. In de opsommingen vielen aan rooms-katholieke zijde onder meer op: de eerzuchtige priesters, grote kloppengemeenschappen en het Wonder van Gouda. Aan protestantse zijde werd ondermeer een virulent antipapisme (dat de remonstranten overigens ook wegvaagde), robuuste lutherse en bescheiden doopsgezinde aanwezigheid opgemerkt net als het (latere) beeld dat Gouda als een bolwerk van de gereformeerde orthodoxie bekend kwam te staan. In het betoog bleken er in Gouda meer afwijkingen dan overeenkomsten te bestaan in vergelijking met het bovengenoemde normbeeld. Een advies van Abels was om in de toekomst (meer) gespitst te zijn op het eigen verhaal van iedere stad.

Voor discussies was – vanwege het rijke programma – geen gelegenheid. En het ochtend programma werd daarom afgesloten met informatie over de Oud-katholieke kerk H. Johannes de Doper (de kleine Sint-Jan) door de koster/beheerder Marianne van der Veer. De gemene deler van deze bijdrage was materialiteit. Deze hing samen met de informatie over het kerkgebouw (dat teruggaat tot de jaren 1630-1632 toen het een rooms-katholieke statie was) en de prachtige zeventiende-eeuwse paramenten. Vervolgens waren de jubileumbundel en eerdere uitgaven te verkrijgen.

In het middagprogamma (na de gebruikelijke lunch op eigen gelegenheid) werden eerst onder deskundige leiding een aantal kerkhistorische wandelingen door Gouda aangeboden.

Deze wandelingen vormden een mooie parallel met de eigen verenigingsgeschiedenis van de aflopen 25 jaar, in die zin dat ook nu (weer) begonnen werd in de grote Sint-Jan om te eindigen in de kleine Sint-Jan.

De vijf thema’s van de wandelingen die door het Gouds Gidsen Gilde verzorgd werden, waren:

Ketters in Gouda (door Evalien de Haan), Kerk en vrouw (door Marieke Abels), Katholiekenkwartier (door Paul Abels), Heilige huisjes (door Dinie de Brave) en Kerkelijke (bouw)kunst (door Christiaan van der Spek).

De Sint-Jan en museum GoudA (voor toegangsregelingen was gezorgd) waren voor sommigen een alternatieve invulling van het middagprogramma, omdat zij wat slechter ter been waren of het weer vonden tegen vallen.

Alle deelnemers troffen elkaar voor het slot van de dag zoals gezegd weer in de kleine Sint-Jan. Hier vond ook de afronding plaats van de door Paul en Christa Abels, Gert Jan Jansen en Christiaan Ravensbergen op uitstekende wijze georganiseerde dag. Als laatste inhoudelijke bijdrage klonk een column gelezen door Jan Dirk Snel, redactielid van het Tijdschrift voor Nederlandse Kerkgeschiedenis. Gevleugelde uitspraken buitelden over elkaar. Zoals ten aanzien van de tendens dat wat vroeger ‘kerkelijk’ heette, nu als ‘religieus’ of ‘gelovig’ wordt weergegeven, met alle misinterpretaties die ook een CBS daaraan weet te koppelen. En dan worden verschillen tussen ‘kerkelijkheid’ en ‘kerkelikheid’ en ‘kerks’ nog niet eens genoemd. Ook Snel blikte in de toekomst: kerkgeschiedenis als sociale geschiedenis van de laatste eeuw kan de maatschappij nog wat nieuws leren!

De in de kleine Sint-Jan verzorgde receptie vormde een buitengewoon feestelijk einde van een geslaagde dag, met toosten op de jongste ridder van Nederland en de toekomst van de vereniging.

Foto impressie van de 26e Dag van de Nederlandse Kerkgeschiedenis